Na de Schout en de schepenen in de Middeleeuwen werd de stad vanaf de zestiende eeuw bestuurd door meerdere burgemeesters, meestal drie of vier, en de vroedschap. Vanaf 1824 is er één burgemeester, met wethouders. Samen vormen zij het bestuurscollege. Zij worden geactiveerd en gecontroleerd door de gemeenteraad. Alkmaar kent een lange lijst van burgemeesters. De huidige, Piet Bruinooge, is de 34e naam op die lijst. Alkmaar heeft burgemeesters gehad die er toe deden, die belangrijke vooruitgang voor de stad boekten. Floris van Teylingen (1510-1585) bijvoorbeeld, die de stad door het beleg van 1573 leidde. Beroemd is zijn familiewapen. Hij was de meest uitgesproken voorvechter van de Prins van Oranje. Als knap bestuurder in tal van functies heeft hij veel voor de stad betekend. Gijsbert Fontein Verschuir (1764-1838) uit een Fries geslacht stond niet als erg vooruitstrevend bekend. Maar tijdens het graven van het Noordhollandsch Kanaal was hij wel de drijvende kracht achter de idee, om het kanaal niet langs, maar door de stad te laten lopen. Voor de handel was dat van groot belang. Dat het anders uitpakte is een ander verhaal en niet de schuld van Gijsbert. Archibald Maclaine Pont, (1823-1899) was de langst zittende burgemeester van Alkmaar(1858-1899). Hij leidde Alkmaar de moderne tijd in, met de aanleg van de spoorlijnen, de riolering en waterleiding, de bouw van ziekenhuis en rechtbank. In De Hout werd een vaas geplaatst, die de dankbare bevolking hem schonk bij zijn 70e verjaardag. Maar wegens slechte staat is die in 1954 weer opgeruimd. Roel de Wit (1927-2012) realiseerde de aanleg van Alkmaar-Noord tijdens zijn bewind (1970-1976). Van 1976 tot 1992 was hij commissaris van de Koningin in de provincie Noord-Holland, bewijs voor het feit, dat wij een bestuurder van niveau zagen vertrekken.